[Dit artikel verscheen in het laatste nummer van het anarchistisch kwartaalblad ‘Buiten de Orde‘, een uitgave van de Vrije Bond]
Het laatste jaar roeren extreem-rechtse groepen zich steeds harder in Nederland. In eerste instantie gevoed door de ophef rondom de komst van vluchtelingen en alom aanwezige islamofobie organiseren ze zich, lopen ze demonstraties, uiten ze zich online en gaan ze soms ook over tot gewelddadigere acties. Het gaat om diverse bestaande partijen en organisaties als de NVU en PVV, maar ook om nieuwe clubjes. Waar komen deze groepen vandaag, en hoe kunnen we hen als antiracisten bestrijden?
Op 11 oktober 2015 hield de Nederlandse afdeling van Pegida haar eerste demonstratie. Pegida is een oorspronkelijk Duitse organisatie die zich richt tegen de islam en vluchtelingen, en acties voer vóór het behoud van de zogenaamde “Duitse identiteit”. In Duitsland brengt deze beweging grote groepen mensen op been, en zoals wel vaker met rechts-extremistische groeperingen wordt er dan in Nederland ook een poging gedaan om in Nederland ook een dergelijke beweging op te bouwen.
Dat opbouwen van een grotere organisatie naar inspiratie van buitenlandse voorbeelden is sinds de NSB nooit echt gelukt. Een paar jaar geleden nog probeerde men een aantal keer een Nederlandse kopie van de English Defence League te beginnen. Deze hooligan-achtige club houd in Engeland al enige tijd redelijk succesvolle (en gewelddadige) demonstraties, maar Nederlandse pogingen strandden al na korte tijd.
De eerste demonstratie van Pegida Nederland kreeg volop aandacht van de pers. De Duitse voortrekkers waren immers vrij succesvol, en ook in Nederland zijn islamofobie en vluchtelingenhaat aan de orde van de dag, en kunnen deze op internet op veel steun rekenen. Daarnaast werd deze demonstratie georganiseerd door Edwin Wagensveld, een Nederlandse wapenhandelaar die al veel ervaring op had gedaan bij de Duitse Pegida. Kortom: men verwachtte nogal wat.
Uiteindelijk kwamen ruim 200 mensen opdagen, naast hooligans, veel Duitse Pegida aanhangers en wat ‘bezorgde burgers’ ook veel activisten van diverse extreemrechtse en neonazistische actiegroepen en enkele oudgediende rechtsextremisten van de CD. Door het agressieve gedrag van de hooligans en rechts-extremistische beroepsdemonstranten liep de demonstratie al snel uit de hand. Hierna werd het plein waarop Pegida stond volledig afgesloten door de politie waardoor niemand nog iets van hun actie mee kon krijgen.
Ondanks deze tegenvaller liet Pegida zich niet ontmoedigen, en organiseerde men de afgelopen maanden nog meerdere demonstraties. De opkomst is echter nooit meer zo hoog geweest, en bij de meest recente demonstratie van Pegida waren nog ongeveer 80 mensen aanwezig. Het gaat dan vooral om mensen die bij elke demonstratie aanwezig zijn, met weinig lokale opkomst.
Pegida moet het dus vooral van steeds dezelfde groep extremisten hebben, en het lukt ze niet om met hun demonstraties een breder publiek aan te trekken zoals in Duitsland. Dit werd ook nog eens pijnlijk duidelijk toen Pegida samen met buurtbewoners een actie wilde organiseren tegen een opvang voor vluchtelingen in de Haagse wijk Ypenburg. Hier lieten de buurtbewoners het tot hun onvrede vooral afweten en waren het vooral weer veel bekende Pegida-aanhangers die op kwamen dagen.
Een volledig nieuwe groep is DTG, dat begon als een lokaal initiatief in de Enschedese wijl Dolphia maar inmiddels haar vleugels heeft uitgeslagen en nu staat voor Demonstranten Tegen Gemeenten. De aanhang bestaat uit een samenraapsel van ‘boze buurtbewoners’, hooligans en veteranen uit de neo-nazistische hoek. DTG kwam onlangs weer in het nieuws omdat een aanhanger betrokken zou zijn bij het gooien van brandbommen naar een moskee waar op dat moment diverse mensen, waaronder kinderen aanwezig waren. Wonderwel vielen er geen slachtoffers. Vanwege allerlei interne strubbelingen en ruzies (niets nieuws onder de zon) is DTG inmiddels uiteen gevallen in meerdere groepjes.
Naast deze nieuwe actiegroepen ontstaan er ook allerlei lokale initiatieven tegen de komst van vluchtelingen. Deze lijken vaak spontaan, maar er staan diverse uiterst rechtse partijen klaar om hier zieltjes te winnen en invloed uit te oefenen. Zo stuurt de neo-nazistische NVU leden naar lokale bijeenkomsten en gemeenteraadsvergaderingen, roept Geert Wilders op om in verzet te komen.
Dat in verzet komen doen veel van zijn aanhangers met het nodige geweld. De lijst met incidenten is helaas veel te lang op hier op te noemen, maar het gaat om bedreigingen, het ingooien van ruiten, het bestormen van een noodopvang etc. Zie ook het artikel “PVV aanhangers op oorlogspad” op de website http://www.kafka.nl
De grens tussen de “bezorgde burger” en de gewelddadige rechtsextremist lijkt steeds meer te vervagen. Een mainstream politicus als Geert Wilders roept al jaren op tot discriminatie en uitsluiting, en nu zijn aanhangers overgaan tot het plegen van geweld gooit hij er nog een schepje bovenop. Buurtbewoners aarzelen niet om samen te werken met extreem-rechtse activisten en clubjes, en demonstreren zij aan zij met hooligans.
Het gaat gelukkig nog wel om een kleine groep die de laatste stap naar het rechtsextremisme zet. De optochten van Pegida blijven toch hangen in de marge, en nieuwe clubjes als DTG gaan ten onder aan onkunde en onderlinge verdeeldheid en geweld.
Qua retoriek lijkt men echter elkaar te willen overstemmen met steeds extremere standpunten. In de mainstream politiek is Wilders nog steeds het meest uitgesproken, maar ook andere politici van verschillende partijen zien hun kans schoon om olie op het vuur te gooien. Aantoonbaar onware uitspraken worden aan de lopende band de media in geslingerd om het vuur van de vluchtelingenhaat nog wat aan te wakkeren, en ministers erkennen het bestaan van een “Marokkanenprobleem” in het voetbal waarvan de KNVB zegt dat het er niet is.
Er zijn in Nederland geen mainstream ‘linkse’ partijen of sociale bewegingen van enige omvang die een duidelijk antiracistisch standpunt innemen. Maar ook op economisch vlak is er nauwelijks een serieus alternatief voor neoliberale afbraakpolitiek. Een gat waar de PVV handig in probeert te springen door te zeggen dat zij wél opkomen voor ouderen, pensioenen en banen.
Uiteraard biedt de PVV geen daadwerkelijk economisch alternatief. Hun zondebokpolitiek en racisme negeren dat het vooral witte mannen zijn die verantwoordelijk zijn voor de economische afbraak, en dat moslims en vluchtelingen daar vooral slachtoffer van zijn. Maar hun holle retoriek vind wel enige weerklank in een maatschappij waar economische afbraak niet te stoppen lijkt.
Deze economische dimensie zou deels het succes van de PVV kunnen verklaren, maar de diverse rechtsextremistische splintergroepjes en lokale grassroots anti-vluchtelingen clubjes kennen deze economische dimensie niet of nauwelijks. Het voert veel te ver om in dit artikel diep in te gaan op alle factoren die een voedingsbodem bieden voor dit soort clubs, maar duidelijk is wel dat alleen wijzen naar een economische oorzaak of alléén naar diepgeworteld racisme en discriminatie in de samenleving geen rechts doet aan wat we nu om ons heen zien gebeuren. En met alléén een economisch alternatief zijn we als links nog niet bij een antwoord, daarbij moeten we ook een breed en solidair antiracisme organiseren.
Tijdens de acties van onder andere Pegida is er gelukkig ook een groeiend tegengeluid te horen. Mensen gaan de straat op om te laten zien dat dit soort haatzaaien niet welkom is, en soms honderden mensen proberen om deze rechts-extremisten te overstemmen. In de gevestigde politiek is het echter vooral stil. Dat is voor de meer doorgewinterde antiracist natuurlijk niets nieuws, politieke partijen zijn zelden of nooit onze bondgenoot geweest. Maar hoe een partij als de PVDA probeert om het haatzaaien van Wilders te counteren met een enorme lading vooroordelen en verdachtmakingen ten opzichte van vluchtelingen is desondanks misselijkmakend.
Het echte verzet tegen de hierboven geschetste ontwikkelingen zal, zoals eigenlijk elk daadwerkelijk verzet ook nu weer van onderop moeten komen. Alleen door zelf in actie te komen, landelijk maar zeker ook lokaal, op internet, overal eigenlijk kunnen we dit soort haat een tegenwicht bieden. En om dat tegengeluid meer weerklank te laten vinden en daadwerkelijk succesvol te laten zijn, moeten tegelijk werken aan een geloofwaardig economisch alternatief.